Verstijven, vluchten, vechten: een sprookje

Een crisis is een kans, ja, ja. Er was eens, jaren geleden, een beeldschoon meisje dat grote ruzie heeft. Assepoester noem ik haar. Ze zit links bij mij aan de tafel. Aan de rechterkant zit haar boze stiefzus. Allebei hebben ze een medestander naast zich. De vier vrouwen, samen één managementteam, kijken elkaar woest aan. De training is om dit conflict op te lossen.

De reputatie van de stiefzus is haar vooruitgesneld. Een oude wijze collega noemt haar eerder berucht: “Ruzie met Anastasia? Direct openbreken, jongen. Je weet het, zachte heelmeesters… ” Een slapeloze nacht denk ik erover na. Bij conflicten reageren mensen instinctief op drie manieren: verstijven, vluchten of vechten. Meestal overkomt mij het eerste, verkies ik het tweede, maar deze situatie vraagt het derde.

Ik klamp me vast aan de vijf stappen van conflicthantering:
1. Laten toegeven dat er iets ernstigs speelt.
2. Nagaan wat het echte conflict is.
3. Luisteren naar alle standpunten.
4. Samen zoeken naar manieren om het conflict op te lossen.
5. Overeenstemming bereiken en verantwoordelijkheid nemen voor de oplossing.

Bij een recente diplomatieke rel van Nederland gaat dat zo: Haagse politie arresteert kindonvriendelijke Russische diplomaat. Conflict met Poetin, want diplomaten zijn onschendbaar (ernstig!). Timmermans luistert naar hem, erkent Nederlandse fout en biedt excuses aan. Poetin aanvaardt.

Terug naar Assepoester en Anastasia. De training begint, ik gooi het meteen open: “dames, dit moet van tafel. Wie wil het woord?” Een lange ijzige stilte. Dan zegt Assepoester dapper: “er moet iets van mijn hart. Jij (ze wijst op de boze stiefzuster) maakt mij al jaren het leven zuur. Je stampt al mijn plannen de grond in, maakt me zwart bij de directeur en tijdens vergaderingen onderbreek je me…”
“Zwijg,” zegt haar collega. Ze knijpt haar ogen samen tot woedende speldeknoppen. “Hoe durf jij er mij van te beschuldigen dat ik je tegenwerk? Je hebt de afgelopen jaren überhaupt niets gepresteerd. Als je iets zegt, slaat het nergens op. Als je iets doet, mislukt het.” Woorden als zweepslagen. Assepoester begint te snikken. Fijn dat openbreken, denk ik nog.

“Dames, dames,” begin ik licht verstijvend, “Anastasia, besef je wel dat dit heel heftig is voor Assepoester? (een toen nog beginnende trainer grijpt in…) Geef je toe dat hier iets ernstigs speelt?” (Stap 1). “Jazeker! En daarom moet zij -ze wijst op het huilende meisje- uit het team!” “Maar wacht nou even”, zeg ik, “Wat is hier nu eigenlijk het probleem?” (Poging tot stap 2). Laten we een rondje maken waarin iedereen zijn standpunt naar voren kan brengen. (Stap 3, lig ik op schema?) ” De stiefzus gaat klinisch door met het uiten van beschuldigingen. Assepoester zegt: “Als het zo gaat, stop ik er nu mee. De stiefzus zegt ijskoud: “Ok.” Het huilende meisje vlucht, ondersteund door haar hulpje, de zaal uit.

Ik ren hun achterna, maar aan stap 3, 4, 5 en 6, kom ik ondanks aandringen bij beide partijen niet toe. Ten einde raad, bel ik hun leidinggevende, de opdrachtgever, om mijn falen uit te leggen. Ze zegt: “hartelijk dank voor deze kans, hier heb ik lang op gewacht.” Rustig vraagt ze naar Anastasia, die begint te sputteren, en zet haar telefonisch (!) uit het managementteam.
Ik sta perplex. Niets stappenplan! Soms mislukt blijkbaar iets zodanig, dat alles goed komt. De stiefzuster druipt af, Assepoester keert terug. De crisis was een kans. Voor de opdrachtgever.

Dit artikel verscheen ook in de Intermediair

Ongelukkig zijn – een aanmoediging

Al het ongeluk in de wereld is het gevolg van het feit dat de mensen niet gewoon thuisblijven, zegt Blaise Pascal, een Franse filosoof. Dit zien we maandag 28 oktober bij de eerste herfststorm van het jaar. De KNMI geeft een weeralarm af: grote storm langs onze kustprovincies. De Telegraaf adviseert: blijf thuis, het wordt gevaarlijk! Luistert iemand? Nee hoor, de volgende dag sta ik braaf in een file van zes kilometer. Wat doen we daar eigenlijk met zijn allen? De auto’s rammelen heen en weer, bomen en vrachtauto’s waaien om. Een eik doodt een Amerikaanse toeriste in Amsterdam. Waarom blijft er zelfs op een orkaanachtige dag niemand thuis?

Is het plichtsgevoel? “Ja, ik moet toch naar mijn werk? Ik kan die mensen toch niet laten wachten?” Is het de spanning? “Dit is gewoon de perfecte dag om naar het strand te gaan! Heerlijk al dat natuurgeweld.”

Of vinden we een antwoord op die vraag misschien bij de mens die altijd maar streeft naar geluk en daarvoor het gevoel heeft dat hij zijn huis nu eenmaal moet verlaten? Daarbuiten is het geluk ergens te vinden en grote jongen die mij tegen houdt. Denk aan the pursuit of happiness, het streven naar geluk, dat ligt verankerd in de Amerikaanse grondwet. Een zin die haast symbool staat voor de hele westerse samenleving. Ieder mens werkt keihard, onderneemt dingen, die soms slagen en soms mislukken. Zo leidt hij een jachtig bestaan. Maar zijn we daarin niet een beetje doorgeslagen? Zijn we niet te hard op zoek naar geluk? Mooi geïllustreerd bij die file in de herfststorm?

In zijn boek Ongelukkig Zijn, een aanmoediging (leuke titel!) gaat de Duitse denker, Wilhelm Schmidt nog een stapje verder. Hij zegt dat mensen in de moderne tijd niet alleen vinden dat ze naar geluk moeten streven, maar ze beweren zelfs dat ze recht hebben op geluk. “Ik eis een fantastisch leven, ik wil een leuke baan, een perfecte relatie, drie kinderen, vijf hobby’s en genoeg tijd om 4 keer per jaar op vakantie te gaan. Ja toch? Of vraag ik nu teveel?”

Volgens Schmidt bestaat het leven juist voor een groot gedeelte uit ongeluk. Ziektes en dood, echtscheidingen en liefdesverdriet, economische crises en massaontslag. Het leven kenmerkt zich door pieken en dalen. Zonder ongeluk zou geluk misschien niet eens bestaan. Hij beweert dat het moderne begrip van het geluk mensen systematisch het ongeluk in jaagt. Het moet altijd maar happy en blij, maar mag een mens ook eens treurig zijn? “Melancholie of treurigheid zijn een gezonde modus van het menselijke zijn die er gewoon bij horen,” aldus Schmidt. “In onze tijd worden melancholische mensen vaak juist meteen in de hoek van een depressie geduwd.”

Hij zegt dat je niet de hele tijd gelukkig hoeft te zijn. Hij biedt ook een oplossing. Hij zegt dat je in het leven kan streven naar zingeving. In zijn boek geeft hij tal van voorbeelden hoe je dat kunt doen. Praktische als muziek maken of lekker eten, maar ook fundamentele als zinvol werk, goede gewoontes en vrienden.

Ironisch genoeg zijn dat juist weer zaken die je weer veel terugvindt in de geluksliteratuur. Toch is het belangrijk wat Schmidt zegt. Ongelukkig en melancholisch zijn, hoort bij het leven. Je kunt nu eenmaal niet altijd gelukkig zijn en je zou daar ook niet naar moeten streven. Ook niet in een stormachtige file op weg naar zinvol werk.