Twijfelaars en keuzestressers, houd van je lot!

“Als ik de kaarten nu uitdeel, spelen we een bepaald klaverjasspelletje, maar als ik nog even doorschud hebben we een totaal ander spelletje. Het besluit of ik nu uitdeel, of nog even doorschud, bepaalt wie wint of verliest. Dat is het lot.” Ik kijk mijn broer aan. “Want als ik nu stop, geef ik je misschien wel pitkaarten.” Ik schud verder: “en met deze kaarten ga je wellicht nat.”

Mijn broer heeft dit vaker gehoord en vindt het verschrikkelijk. “Houd nou eens op, man! Deel nu maar uit. Zo kan je wel altijd blijven doordenken.” En dat klopt. Een vrijgezel denkt bijvoorbeeld: als ik vanavond uitga, ontmoet ik misschien de vrouw van mijn leven, maar wie weet gebeurt het wel als ik thuisblijf en pas morgen ga stappen.
Gek word je van die gedachte. Echte twijfelaars verlammen door dit soort vragen. Ze delen de kaarten niet meer uit, maar schudden eeuwig door.

Kun je invloed hebben op je lot? Dat is de grote vraag. Want het lot besluit of je goede kaarten krijgt of niet.
Sommige mensen vinden van niet en zeggen dat alles voorbestemd is. “Dit moest zo gebeuren!” Ik moest jou echt hier bij de Eiffeltoren ontmoeten. Een andere plek was ondenkbaar geweest! Iemand, God of het lot heeft hier een hand in gehad!” Anderen zijn nuchterder: “Je kunt er lang over praten of kort en er zijn veel toevalligheden op de wereld, maar die moesten zo gebeuren, omdat ze nu eenmaal zo zijn gebeurd.” De laatste gedachte vind ik verfrissend. Toevalligheden zijn er en niemand heeft die van tevoren uitgedacht.

De oude Romeinen dachten veel na over de invloed van het lot op het leven. Zo zei de beroemde filosoof Seneca: “Dus alles wat we moeten ondergaan, omdat de wereld nu eenmaal zo in elkaar zit, moeten we fier op ons nemen. Gelukkig is hij die tevreden is met zijn huidige lot, hoe dat ook mag zijn, en die positief staat tegenover de omstandigheden waarin hij verkeert.”

“Houd van je lot” (amor fati), beweren de stoïcijnen zelfs. Ook bij dood en verderf. Maar de Duitse denker Nietzsche voegde er jaren later aan toe dat dat niet betekent dat je alles zonder kritiek moet accepteren, want “je oefent zelf ook invloed uit op je werkelijkheid.” Je mag nooit passief of zelfgenoegzaam worden. Zeker dus geen slachtoffer worden. Bijvoorbeeld: ik val nu eenmaal op foute mannen.

Een populaire sportterm is: geluk dwing je af. En natuurlijk kun je het lot een handje helpen. Niet in een kaartspel, tenzij je steekt en vals speelt, maar een vrijgezel kan natuurlijk wel naar een bar gaan waarvan hij weet dat net dat ene meisje er vanavond is. Of hij gaat naar een feestje voor gelijkgestemde singles. Daar komt hij goed voor de dag, omdat hij mooie kleren heeft aangetrokken en de technieken etaleert, die hij heeft geleerd op zijn anti-verlegenheidscursus. Hij spreekt meisjes beleefd aan en trakteert ze op een drankje.

Het lot moet jouw keuzes niet teveel belemmeren. Daarom twijfelaars en keuzestressers, deel die kaarten maar gewoon uit! Het maakt allemaal niet zoveel uit. Speel met de kaarten die je krijgt. En als de vrijgezel charmant, grappig en verzorgd voor de dag komt, kan hij zeker die vrouw van zijn dromen ontmoeten. Hij heeft dan troefkaarten in handen!

Zweten en stotteren voor het veelkoppige monster

Overgeven, rode vlekken en angstzweet. Ze moet weer en haat het! Een groter ongeluk is voor haar niet denkbaar dan spreken in het openbaar. 200 kritische ogen zullen haar aankijken (acteurs noemen dit het veelkoppige monster van het publiek), 100 monden lachen haar uit. Dan maakt ze een grap, niemand lacht: horror! Daar staat ze dan eenzaam op het podium, naakt blijkt opeens: nachtmerrie! In de top 10 lijstjes waar mensen het meeste bang voor zijn, staat presenteren al jaren op 2 of 3, naast doods- en vliegangst. Deze politica, die ik train, is absoluut niet de enige met ultieme spreekvrees.

Maar sommige mensen just love it! Mark Rutte sprak aan het begin van deze maand zijn hele H.J. Schoo-lezing met plezier uit het hoofd. Obama zei over spreken in het openbaar: “Als student kwam ik erachter dat ik goed overkwam en ik besefte: nu is alles mogelijk (Yes I can).”

In de presentatietrainingen die ik geef, zie ik regelmatig voorbeelden van de twee uitersten. Mensen die je met een mes in de rug moet dwingen te beginnen, terwijl anderen weer opkomen alsof ze Martin Luther King zelf zijn.
Beide soorten zijn gebaat bij drie beproefde principes. Ze werken zelfs voor mijn paniekerige politica.

De belangrijkste is: oefen, oefen, oefen! Doe de speech die je moet geven een paar keer voor je broer, vriend of spiegel. Als je je verhaal maar een paar keer hebt gedaan. Met een mislukte afscheidsrede voor je collega kan je nog wel wegkomen, maar die presentatie bij een belangrijke klant moet gewoon goed zijn. Door te oefenen herken je de mooie maar irrelevante passages in je verhaal (kill your darlings), weet je of je verhaal te lang of te kort duurt en als je oefenpubliek eerlijk is, vertelt het je of die openingsgrap wel of niet kan. En passant verdwijnen ook je zenuwen.

Ook belangrijk is dat je verhaal een goede structuur heeft. Eerst volg je Aristoteles: kijk wat je nodig hebt om te overtuigen, breng het onder woorden en zet het in de goede volgorde. Hierna is VVV van groot belang. Niet het toerismebureau, maar Vertel wat je gaat vertellen, Vertel het en Vertel wat je hebt verteld. Bijvoorbeeld de structuur van Rutte’s eerdergenoemde lezing in een notendop: ik ga u vandaag een nieuw perspectief schetsen voor de Nederlander: consumeer meer! Dit is mijn nieuwe perspectief voor de Nederlander: consumeer meer! en hartelijk dank voor uw aandacht voor mijn nieuwe perspectief voor de Nederlander: consumeer meer! Met de kracht van herhaling vergroot hij de kans dat de luisteraar iets kan terugvertellen van zijn verhaal. Daarnaast is VVV een handige wegwijzer voor je verhaal. Als je mensen precies uitlegt, wat je hen gaat vertellen, weten ze wat ze moeten verwachten en blijven ze langer bij je (oh, hij is al hier in zijn verhaal, het zal bijna afgelopen zijn).

De derde vaardigheid is WEET WANNEER JE MOET OPHOUDEN. Je ziet het overal. Kleine imitatie Castro’s, die de smaak te pakken krijgen, en niet meer willen stoppen. Tot iemand onverbiddelijk zegt: gezien de tijd, moet ik u vragen om af te ronden. Of erger: driekwart van de zaal checkt inmiddels zijn email of kijkt uit het raam. Een handig rijmpje helpt je hierbij. Waarna ik er zelf ook meteen een einde aan maak.

1. Stand up, so they will see you.
2. Speak up, so they will hear you.
3. Shut up, so they will like you.

Dit artikel verscheen ook in Intermediair