Wat roept Rutte daar op de WC? Lessen van Lyndon.

Zie je het voor je? Mark Rutte die al poepend in het torentje orders schreeuwt naar zijn ondergeschikten? Waarschijnlijk niet, maar wacht even. Zoals altijd benieuwd naar waar mensen aan de top hun inspiratie vandaan halen, kocht ik één van de favoriete boeken van onze premier: the Years of Lyndon Johnson van Robert Caro.

Ik stond perplex. Niet alleen om het prachtige proza waarmee Caro het leven van de 36-ste president van de Verenigde Staten schetst, maar ook om de persoonlijkheid van Johnson. Die bleek in het eerste deel van zijn leven weinig presidentieel. Hij was vooral een opschepper, een dominante aandachtstrekker en een windvaan. Karaktertrekken die in zijn latere leven niet zouden verdwijnen.

Ook had hij een groot (geheim) doel: President van Amerika worden. En op dit vlak
–doelen bereiken- kun je veel van Johnson leren. Een kleine greep uit de lessen van Lyndon.

1. Heb een ongeëvenaarde werklust en laat niets over aan het toeval.
Johnson werkte week in, week uit 18 uur per dag. In campagnetijd werkte hij liefst nog wat meer. Bij elke stemmer in zijn district ging hij bijvoorbeeld persoonlijk langs. Zo wist hij precies hoe elk idee, waar zou vallen. Hoever hij hier mee ging bleek na zijn eerste succesvolle campagne voor het Huis van Afgevaardigden. Johnson moest weken in het ziekenhuis verblijven met uitputtingsverschijnselen en een verwaarloosde blindedarmontsteking.

2. Lik naar boven, schop naar onder.
Zijn hele leven lang, probeerde Johnson in de smaak te vallen bij oudere en machtigere mensen. Caro noemt hem de “Prins van het vleien”. Zo was hij het niet eens met de ideeën van President Roosevelt maar die indruk gaf hij hem absoluut niet. Johnson noemde zichzelf de belangrijkste vaandeldrager van de President en groeide zo uit tot zijn lieveling. De President beschermde later meermaals de carrière van Johnson. Zijn eigen werknemers koos Johnson zorgvuldig uit op een nu vreemd klinkende competentie: slaafsheid. Een tekenend voorbeeld is dat hij hen 18 uur per dag commando’s gaf (Hij kon goed delegeren). Zelf als Johnson op het toilet zat, moest de werknemer mee om te luisteren naar zijn vernederende gebrul vanaf de pot.

3. Wees meedogenloos en hypocriet.
Als Johnson met veel moeite machtige vrienden had gemaakt, vond hij het geen probleem om hen later keihard te laten vallen. Elke zondagochtend kwam de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Sam Rayburn, bij de Johnson’s ontbijten. “Het lijkt wel of Johnson mijn zoon is,” zei Rayburn (zie ook punt 2). Tot er een genadeloze strijd om de macht was in het Witte Huis en Johnson in het geniep partij koos tegen “vader” Rayburn en vóór de machtigere President Roosevelt. Rayburn kwam er toch achter en zijn liefde voor Johnson bekoelde dramatisch.

Eens zien wat Mark Rutte allemaal van Johnson geleerd heeft. Ook hij werkt keihard. Vicepremier Asscher liet laatst weten dat hij zwaar onder de indruk was van de werklust en drive van Rutte. Maar waar Johnson niets aan het toeval overliet, belandde Rutte in de herfst in het debacle rond de inkomensafhankelijke zorgpremie.

Windvaan? Om premier te worden en blijven sloot Rutte alleen nog geen akkoorden met de SP en de Partij van de Dieren. Prins van het vleien? Oppositieleiders lieten weten dat Rutte hen behoorlijk weet te verleiden als hij hen nodig heeft, met dinertjes, telefoontjes en spontane bezoekjes (lente en woonakkoord?), om daarna weer onbereikbaar en onzichtbaar voor hen te worden. Meedogenloos? Vraag het zijn ex-partner Wilders, die hij na het Catshuisfiasco toebeet dat hij hem tot de laatste zetel zou uitroeien.

Rutte staat bovendien bekend als driftig. En opeens kun je je bijna voorstellen dat hij vanaf het toilet van het torentje orders schreeuwt tegen de secretaris-generaal van Algemene Zaken. Bijna dan. Want zo bont maakte waarschijnlijk alleen Lyndon Johnson het. Of herken jij dit misschien van jouw baas?

Oh boy, 5 tips om beter feedback te geven

Oh boy… is een film die je moet zien. De jonge Nico Fischer weet niet wat hij wil. Maar zijn probleem is meer dat hij ook niets doet, als iemand iets van hem wil. Hierdoor belandt hij in allerlei absurde situaties. Gaf hij iemand maar eens tegengas verzucht de immer inlevende trainer in de zaal…

“Dat zal ik nooit durven. Weet je, ze is zo scherp en pinnig. Ze wordt vast enorm boos.” Aleid is een kleine tengere vrouw die in een hoekje van de trainingszaal zit. Ze lijkt op een muisje uit de Assepoesterfilm. Aangezien ze haar baas zo angstig beschrijft, zal ik haar nooit vergeten. De vrouw houdt haar al 11 jaar flink onder de duim. Zo moet Aleid steevast overwerken. “Dat vind ik niet zo erg. Het is meer de toon waarop ze met me praat die me tegenstaat.“

“Aleid joh! Je moet er wat van zeggen. Dit kan niet!” zegt een medecursiste. We hebben het deze middag over feedback en dat maakt altijd veel los. Want hoe vertel je een collega dat je zijn zweetvoeten ruikt? Hoe zeg je iemand dat 50 keer op je telefoon kijken tijdens een klantgesprek onbeleefd is? En hoe spreek je je baas aan op de toon die zij tegen jou gebruikt?

Net als Nico en Aleid vind ik feedback geven lastig. Toch zijn er een paar eenvoudige tips die je kunnen helpen. De eerste is om je zin altijd te beginnen met ik. Zo voorkom je dat je aanvallend overkomt. Dus niet: “jouw voeten stinken door je schoenen heen.” Maar “ik merk dat het in onze kamer vaak naar zweet ruikt. Ik vermoed dat het iets met jouw zweetvoeten te maken heeft.” Je gebruikt dan geen beschuldigingen maar indrukken. En je biedt de ander de mogelijkheid om de discussie met je aan te gaan. “Joh, ik zweetvoeten? Welnee.” Of “ja sorry, ik heb er al lang last van.”

Tip 2 is dat het belangrijk is om rustig te praten, want ook hier is het de toon die de muziek maakt. Vervolgens kun je een oplossing, alternatief of verzoek aandragen (tip drie). “Als ik jou was, zou ik misschien geurvreters gebruiken.“

Als je niet wilt overkomen alsof je net een training hebt gevolgd (dit hoor ik vaak), begin dan met een openingszin die bij je past (tip vier). Een cursist zegt dat ze altijd kiest om te beginnen met Het valt me op dat ……, je nogal vaak op je telefoon kijkt als we met een klant praten. Ik vind dat onbeleefd. Zou je er mee kunnen stoppen?”

Aleid maakte braaf aantekeningen en speelde mee in de oefeningen. Dit is meteen de vijfde tip: oefen, oefen dat lastige gesprek. Elk gesprek, hoe pijnlijk ook, zal makkelijker gaan.

De week erop hangen we aan haar lippen. Trots vertelt ze: “ik heb het gezegd. Voor het eerst in 11 jaar. Ik zei: ik werk hier nu al zolang en ik vind dat de toon die jij tegen mij aanslaat niet past bij een manager. Zou je dingen in het vervolg vriendelijker kunnen vragen? Haar antwoord? Je hebt gelijk Aleid, het spijt me. Ik beloof beterschap.”

Is het zo makkelijk? Ja soms is het zo makkelijk. Ik zal Aleid nooit vergeten. Zij mij wel overigens. Aan het eind zegt ze: “bedankt voor de tips, Maarten.” Oh Boy…