Wollen Sie einen Looping machen? Deel 2

(deel 1 gemist? Klik hier)

Vaak blijf je in je leven in je comfort zone. Soms raak je eruit. Zo ook nu: ondanks vliegangst ga ik toch in een zweefvliegtuig zitten. Maar dan draait de piloot zich naar me om en vraagt: “Wollen Sie einen Looping machen?”

Door mijn hoofd flitst het volgende: “Aaaah, horror!” Maar snel daarna: “Als ik nu een looping maak, durf ik daarna vast in elk normaal vliegtuig te stappen.” Tot mijn eigen verbazing zeg  ik: “Warum nicht?!” De piloot aarzelt niet en trekt aan de stuurknuppel. De neus van het vliegtuig gaat razendsnel omhoog. Ik kijk uit het raam en zie de wereld onder me wegglijden. We hangen ondersteboven! Voordat ik het echt besef, vliegen we alweer recht. Ik slaak een zucht van verlichting en veeg de zweetdruppels van mijn hoofd. Ik lach, maakte ik me hier nu druk om?

De piloot draait zich nog een keer om. Hij glimlacht als een James Bond-achtige schurk en gooit het stuur helemaal om. Het vliegtuig kantelt en we maken een duikvlucht naar beneden. “Was machen Sie jetzt?” schreeuw ik. Ik voel aan alles dat ik dood ga (terreur zone). De aarde komt vliegensvlug op ons af.

“Ik stort neer en ik ben maar 25”, schiet  het door mijn hoofd. Dan trekt de vliegenier het vliegtuig weer recht en we gaan rustig verder.  “Eikel,” mompel ik, terwijl een mengsel van angst en adrenaline door mijn lijf schiet. We landen. Mijn vrienden zijn enthousiaster dan ik: “Jemig, Jaap, dat zag er spectaculair uit!” Ik trek mijn shirtje recht en bedank de piloot. Ik zeg beschaamd: “Tja jongens, dat was nu een looping.” Over de duikvlucht heb ik het maar even niet.

Achteraf ben ik blij dat ik de cirkels van angst waar ik het de vorige keer over had eens een keer helemaal ben doorgegaan.  Van staan op de grond (comfortabel) naar opstijgen (stretch) naar looping (meer stretch) naar de onaangekondigde duikvlucht (terreur).

Toch was de laatste zone voor mij niet nodig geweest. Ik denk er nog steeds niet graag aan terug. De looping was een  stimulerende prikkel, maar die duikvlucht was teveel – net niet traumatiserend. Ik denk dat je in je leven moet proberen om regelmatig uit je comfort zone te komen om nieuwe grenzen te verkennen, maar dat je die terreur zone moet vermijden.

Wat heeft het zweefvluchtje opgeleverd?  In een vliegtuig zie ik niet meer een grafkist, maar steeds meer een handig vervoermiddel. Zolang hij maar recht blijft vliegen…

Zweten en stotteren voor het veelkoppige monster

Overgeven, rode vlekken en angstzweet. Ze moet weer en haat het! Een groter ongeluk is voor haar niet denkbaar dan spreken in het openbaar. 200 kritische ogen zullen haar aankijken (acteurs noemen dit het veelkoppige monster van het publiek), 100 monden lachen haar uit. Dan maakt ze een grap, niemand lacht: horror! Daar staat ze dan eenzaam op het podium, naakt blijkt opeens: nachtmerrie! In de top 10 lijstjes waar mensen het meeste bang voor zijn, staat presenteren al jaren op 2 of 3, naast doods- en vliegangst. Deze politica, die ik train, is absoluut niet de enige met ultieme spreekvrees.

Maar sommige mensen just love it! Mark Rutte sprak aan het begin van deze maand zijn hele H.J. Schoo-lezing met plezier uit het hoofd. Obama zei over spreken in het openbaar: “Als student kwam ik erachter dat ik goed overkwam en ik besefte: nu is alles mogelijk (Yes I can).”

In de presentatietrainingen die ik geef, zie ik regelmatig voorbeelden van de twee uitersten. Mensen die je met een mes in de rug moet dwingen te beginnen, terwijl anderen weer opkomen alsof ze Martin Luther King zelf zijn.
Beide soorten zijn gebaat bij drie beproefde principes. Ze werken zelfs voor mijn paniekerige politica.

De belangrijkste is: oefen, oefen, oefen! Doe de speech die je moet geven een paar keer voor je broer, vriend of spiegel. Als je je verhaal maar een paar keer hebt gedaan. Met een mislukte afscheidsrede voor je collega kan je nog wel wegkomen, maar die presentatie bij een belangrijke klant moet gewoon goed zijn. Door te oefenen herken je de mooie maar irrelevante passages in je verhaal (kill your darlings), weet je of je verhaal te lang of te kort duurt en als je oefenpubliek eerlijk is, vertelt het je of die openingsgrap wel of niet kan. En passant verdwijnen ook je zenuwen.

Ook belangrijk is dat je verhaal een goede structuur heeft. Eerst volg je Aristoteles: kijk wat je nodig hebt om te overtuigen, breng het onder woorden en zet het in de goede volgorde. Hierna is VVV van groot belang. Niet het toerismebureau, maar Vertel wat je gaat vertellen, Vertel het en Vertel wat je hebt verteld. Bijvoorbeeld de structuur van Rutte’s eerdergenoemde lezing in een notendop: ik ga u vandaag een nieuw perspectief schetsen voor de Nederlander: consumeer meer! Dit is mijn nieuwe perspectief voor de Nederlander: consumeer meer! en hartelijk dank voor uw aandacht voor mijn nieuwe perspectief voor de Nederlander: consumeer meer! Met de kracht van herhaling vergroot hij de kans dat de luisteraar iets kan terugvertellen van zijn verhaal. Daarnaast is VVV een handige wegwijzer voor je verhaal. Als je mensen precies uitlegt, wat je hen gaat vertellen, weten ze wat ze moeten verwachten en blijven ze langer bij je (oh, hij is al hier in zijn verhaal, het zal bijna afgelopen zijn).

De derde vaardigheid is WEET WANNEER JE MOET OPHOUDEN. Je ziet het overal. Kleine imitatie Castro’s, die de smaak te pakken krijgen, en niet meer willen stoppen. Tot iemand onverbiddelijk zegt: gezien de tijd, moet ik u vragen om af te ronden. Of erger: driekwart van de zaal checkt inmiddels zijn email of kijkt uit het raam. Een handig rijmpje helpt je hierbij. Waarna ik er zelf ook meteen een einde aan maak.

1. Stand up, so they will see you.
2. Speak up, so they will hear you.
3. Shut up, so they will like you.

Dit artikel verscheen ook in Intermediair

Maakt geld dan toch gelukkig?

Erica Verdegaal is personal finance journalist voor onder andere NRC, ZIN en Trosradar.nl. Ze schrijft en spreekt over alles wat met geld heeft te maken. Onlangs verscheen haar 12e (!) boek: Waar doen ze het van? Hoe je rijk wordt. En blijft. In het boek komt de relatie tussen geld en geluk vaak naar voren. Reden genoeg voor een interview:

Erica, kun je geluk kopen?
Tot op zekere hoogte kun je je geluk kopen. Maar het is van belang dat je een onderscheid maakt tussen de dingen die je wel en niet kunt aanschaffen. Als je een been mist, kun je natuurlijk geen nieuwe bestellen. Maar een fijn huis, dat niet tocht, bevordert je woongeluk en als je een goede opleiding voor je kind kunt betalen vergroot je zijn levensgeluk zeker.

Daarnaast is je houding ten opzichte van geld veel belangrijker dan hoeveel geld je hebt. Mensen die goed met geld kunnen omgaan, wat hun vermogen ook is, zijn over het algemeen gelukkiger dan verkwisters of gierigaards. Dat zie je ook bij rijke mensen. Die staan vaak opvallend relaxed in het leven. Vaak hebben ze door schade en schande geleerd hoe ze met geld moeten omgaan. Ik zou daarom ook zeggen dat niet geld gelukkig maakt, maar grip op geld.

In je boek zeg je dat geld ingeblikt geluk is. Wat bedoel je daarmee?
Dat geld, net als eten uit blik, houdbaar is en dat je het altijd kan aanwenden als je het nodig hebt. Geld kan allerlei vormen aannemen. Je kunt er veiligheid mee kopen, het geeft je tal van keuzemogelijkheden en tijd. In plaats van ingeblikt geluk kun je het ook dropdeadmoney noemen. Als je genoeg geld op de bank hebt staan, kun je tegen alles en iedereen wat je niet bevalt drop dead zeggen en het op eigen kracht een tijdje uitzingen. Dus als je geen zin meer hebt in die baan, kun je zeggen: ik houd er mee op. Genoeg geld achter de hand hebben geeft een heerlijk gevoel en is daardoor bevorderlijk voor je geluk.

Wat is jouw gouden tip om door geld gelukkiger te worden?
Ik denk dat je je echt rijk en gelukkig voelt als je je met inventiviteit, ondernemingslust en durf uit elke situatie weet te redden. Je hebt mensen die als ze hun baan kwijt raken, direct een eigen bedrijf beginnen of een boek schrijven. Gaat hun onderneming failliet, beginnen ze weer een nieuwe. Als je jezelf na elke tegenslag kunt redden, ben je echt rijk.

Hoe voorkom je dat je hebzuchtig wordt van al dat geld?
Je moet voor jezelf een grens stellen hoeveel geld je zou willen hebben. Een bedrag dat bij je past. Je hebt van die rijken in Palm Beach die 30 miljoen hebben en dan net als hun buurman ook 100 miljoen willen hebben. Dik miljonair, maar toch ongelukkig.
Terwijl je ook mensen hebt die prima tevreden zijn als ze een beetje rijk zijn. Ze doen het bijvoorbeeld zuinigjes aan, hebben een bescheiden huis en verbouwen hun eigen groente. Zij zijn daar weer heel tevreden mee.

Ben jezelf rijk en gelukkig?
Voor een journalist verdien ik vrij goed. En daarnaast houd ik veel van sparen en beleggen. Ik ben vooral gelukkiger geworden sinds ik freelance journalist ben. Ik ging minder verdienen dan in het bedrijfsleven, maar vreemd genoeg hield ik meer over. Zo gaf ik minder geld uit aan leuke kleren en reizen. Als ZZP-er ben ik onafhankelijker vrijer en gelukkiger. Daarnaast houd ik mijn vermogen goed in stand. Dat is ook raadzaam. Als ik geen opdrachten meer zou krijgen, zou ik toch een krantenwijk nemen om geld in het laatje te brengen! Zeker in de huidige participatiesamenleving moet je flexibel zijn!

Het boek lezen?
Wil je ook rijker en gelukkiger worden? Geluk voor Beginners mag het boek Waar doen ze het van? Hoe je rijk wordt. En blijft, van Erica Verdegaal verloten. Stuur me een mailtje dat je geïnteresseerd bent en de eerste is de gelukkige!