Werkt Whatever Works voor jou?

Niet iedereen heeft het beste voor met het Geluksgenre. Journalist Olaf Tempelman deed in de Volkskrant langdurig onderzoek naar de huidige tijdsgeest en vond dat de mens zich teveel richt op de zoektocht naar individueel geluk. Hij concludeert: van één ding ben ik zeker: als het voor iedereen voor het oprapen lag, had je er niet zoveel boeken over. Van Woody Allen is de film Whatever works.”
Oftewel lees geen boeken meer over geluk, kijk die film!

Whatever works is een echte Woody Allen film. Onorthodox, origineel en grappig. De film begint bijzonder, omdat de hoofdpersoon, de 60-jarige Boris zich richt tot ons:

“Wat betekent het leven nu helemaal? Niks, nul, noppes. Het leidt nergens toe en er wordt veel gekletst. Iedereen kletst graag, geheel misleid door misinformatie. Moraal, wetenschap, geloof …. aandelen, gezondheid, alles komt aan bod en dan ga je dood en komt er weer een volgende generatie idioten. Die vertelt ook wat het leven is, die zegt hoe ’t moet.

Je kan toch alleen maar depressief raken? Logisch met die gruwel, corruptie en domheidarmoede, ……. genocide, terrorisme.”
Wat kun je doen? Het is te veel. Ik heb ook zelfmoord geprobeerd.”

Na deze gedenkwaardige monoloog gaat Boris naar huis. Bij zijn voordeur rijst, al ware zij de Venus van Botticelli, een prachtig blond meisje uit het vuilnis: Melody. Deze jonge vrouw valt als een blok voor de chagrijnige, veel oudere en hyperintelligente Boris. Ze wil hem. Boris ziet er eerst niets in en wijst haar lang bot af. Maar ze houdt vol en een paar maanden later is hij met deze naïeve Miss Missippi getrouwd. Hij laat haar New York zien, legt en passant het leven uit en zij verzorgt hem (haalt lief Viagra) en hoort geduldig zijn beledigingen aan. Zij maakt al snel een verwijzing naar de titel. In haar thuisdorp deed eens man het met een geit: whatever works! En als je langer naar dit onlogische koppel kijkt, bekruipt je een gelijk gevoel, ze zijn gelukkig. Het werkt blijkbaar op deze vreemde manier. Bedoelt Tempelman dit? Het leven is raar, maar je kunt toch gelukkig zijn?

Het kan alleen niet goed blijven gaan, en dat gaat het ook niet. De moeder van Melody komt langs, en begint een ménage à trois met twee vrienden van Boris (whatever works), haar vader komt langs en die wordt homo (whatever works) en er gebeurt nog veel meer.

Dat ga ik allemaal niet verklappen (daarvoor is de film te leuk), maar mijn reactie op de opmerking van Olaf Tempelman is tweeledig. Aan de ene kant heeft de film van Woody Allen een rake boodschap. We zijn als individu maar een heel klein tijdje op aarde en het slaat allemaal nergens op. (ook Marcus Aurelius en Albert Camus zeiden dit). Maar ja, je bent er nu toch, dus maak er dan maar wat van.

Toch is het credo whatever works aan de andere kant een te makkelijke dooddoener. Het is de individuele onverschilligheid ten top. Bijvoorbeeld:

“Ik ga scheiden na 40 jaar.” “Ah tuurlijk man, whatever works.”
“Ik pleeg morgen euthanasie.” “Ah joh, whatever works.”

Ik blijf geloven dat er concrete technieken zijn die je kunnen helpen om gelukkiger te worden, zoals vriendschap, liefde, de keuze voor de juiste baan. Maar juist die maakbaarheid roept veel weerstand op. Bijvoorbeeld bij Olaf. Maar Olaf, als Woody en Boris voor jou werken, be my guest. Whatever works for you.