Gronings Geluk

Je studententijd is de gelukkigste tijd van je leven!, luidt het cliché. Is dat zo? Natuurlijk, de ultieme vrijheid: een eigen kamer, geen ouders meer die met alles meekijken en nauwelijks college-uren. Toen ik 19 was toog ik naar Groningen, omdat dat de tofste studentenstad van Nederland zou zijn. En ik vond dat het klopte. Kroegen die nooit dichtgingen, duizenden mensen van dezelfde leeftijd op die ene centrale vierkante kilometer en de dan al nostalgische geur van suikerbieten (is die er nog?).

Natuurlijk was er ook de invloed van de Groningers, de stadjers. Ik ervoer ze als doodnuchter en hoewel het Groningse gezegde klinkt: tied holt gain schaft (de tijd staat niet stil), leek het alsof ze alle tijd van de wereld hadden.

Toen ik in het begin van mijn studententijd bij het verlaten van de bus eens aan een buschauffeur vroeg hoe ik verder moest lopen, pakte hij er een kaart bij en nam een paar minuten de tijd om mij precies uit te leggen waar ik heen moest. Ik stond perplex! Nerveus keek ik achterom de bus in, worden al die mensen niet ontzettend ongeduldig? In de Randstad had iemand al wat geroepen als: “zeg hallo buschauffeur, mankeert er wat aan je gaspedaal?” Ik hoorde niets. Iedereen keek onbewogen het raam uit of las wat. Ook elders viel het op: de Groningers waren zo geduldig als wat.

Het leek wel of die mentaliteit zijn weerslag had op ons studenten. Ik had zeeën van tijd. Hoeveel kopjes (overigens verschrikkelijke) koffie dronk ik niet met vrienden op de Letteren faculteit? Maar was dit nu de gelukkigste tijd van het leven? Als ik later een lijn trek van mijn hele leven, is deze relatieve korte periode dan inderdaad de mooiste, gelukkigste of indrukwekkendste?

Volgens de Franse Filosoof Bergson bestaat er naast de lineaire kloktijd van minuten en dagen ook een innerlijke ervaren duur tijd. De tijd gaat hierin volgens hem van het ene moment, vloeiend over in het volgende. In het nieuwe moment wordt het verleden automatisch meegenomen. Hij zwelt langzaam aan als een sneeuwbal die van een berg afrolt.  In de duur tijd breek je uit de rigide kloktijd en ervaar je optimale creativiteit, geluk en vrijheid. Je laat het leven dan even op zijn beloop, aldus de Fransman.

Is je studententijd dan de tijd waarbij de sneeuwbal het meeste sneeuw met zich meeneemt? Waar bij je misschien alle tijd hebt om het leven eens op z’n beloop te laten? Omdat je even geen permanent onderdeel uitmaakt van een gezin en je kan doen wat je wilt zonder rekening te hoeven houden met anderen? Maar het is ook de tijd waarin je grote keuzes maakt over loopbaan en liefde. Volgens onze nationale Geluksprofessor Ruut Veenhoven “twijfelen veel studenten over hun opleiding en hebben ze een wisselend relatieleven. Daar worden ze niet gelukkiger van. Bij veel studenten overheerst daarom het getob” (lees bijvoorbeeld deze column).

Veenhoven noemt de studententijd misschien niet de gelukkigste tijd, maar wel een hele belangrijke fase in je leven, waarbij je veel leert over wat je nu eigenlijk wilt.  Ach, realiseer ik me, misschien ben ik gewoon nog te vroeg. Volgens mij kan ik pas aan het einde van mijn leven bepalen of het Gronings geluk de mooiste was. Ik laat het je te zijner tijd wel weten.