Opperdwaas Van Gaal vol eigenliefde

Opperdwaas en bondscoach Louis van Gaal is al elke dag te zien en te horen in de media, want het WK-voetbal in Brazilië nadert snel! Hoe groot zijn de kansen van het Nederlands elftal? Wordt het systeem 5-3-2 of toch 4-3-3? De eerste woonkamer met honderden vlaggetjes heb ik al gezien. Daarnaast zag ik in de supermarkt al veel oranje parafernalia. Kortom het land kleurt langzaam oranje: de gekte kan beginnen.

En terecht. Ik herinner me niet alleen dat ik vier jaar geleden in een gracht sprong toen we van Brazilië wonnen –ik werd gek!-, maar ook de hartkloppingen die ik had in verlenging van de finale. Het WK-voetbal is emotie en voelen dat je leeft. Alsjeblieft vermoei me de komende tijd even niet met de burgeroorlog in Oost-Oekraïne, laat de nationalisten in de EU voor wat ze zijn en geen wetenswaardigheden over Nigeriaanse meisjes, van 12 juni tot 13 juli hebben we andere zorgen: de Oranje zotheid.

Zo zou de schrijver van het boek Lof der Zotheid, onze eigen Erasmus, het graag zien. Je kent hem misschien wel van die fraaie brug, universiteit en het ziekenhuis in Rotterdam. Maar wist je ook dat hij onze eerste Europese bestseller auteur was met zijn Adagia (4000 spreekwoorden verzameld en verklaard) en dus met zijn ongeëvenaarde meesterwerk Lof der Zotheid? Erasmus schreef dit laatste boek als een tussendoortje in drie weken tijd(!). Niet wetende dat mensen het 500 jaar later nog steeds zouden waarderen en dat het nog steeds actueel zou zijn.

In het verhaal is de Dwaasheid zelf aan het woord. En zij betoogt dat het geluk op deze aarde alleen toegankelijk is door haar. En toen ik las wat zij zo allemaal zei, kroop ongemerkt het WK-voetbal door mijn hoofd. Lees met me mee:

*‘Het allergelukkigst zijn toch mensen die zich volledig van alle contact met intellectuele vaardigheden afzijdig kunnen houden.’ Het WK-voetbal is toch een grote pauze van intellectuele vaardigheden? En dus collectief geluk voor heel de wereld!
*‘Eigenliefde zorgt ervoor dat iedereen zichzelf aangenamer en aardiger vindt, en dat is wel de belangrijkste voorwaarde voor geluk.’ Nou er is absoluut geen gebrek aan eigenliefde bij Louis van Gaal. Hoeveel kritiek en domme vragen deze man ook over zich heen krijgt, hij blijft gewoon die doodnormale Amsterdamse jongen die gesteld is op zichzelf. Daarmee oogt hij als een bijzonder gelukkig mens.
*‘Ik (dwaasheid) schiet namelijk mensen te hulp met onwetendheid en onnadenkendheid, zodat mensen altijd op geluk blijven hopen.’ Een kijkje in een voetbalstadions in Brazilië zegt straks al genoeg. Je ziet de Oranjesupporters en je denkt: Dwaasheid heeft hen zeker geholpen met hun liedjes, uitdossingen en geld. Duizenden euro’s hebben deze mensen over om Oranje wereldkampioen te zien worden in dat verre land. Ze blijven hopen op het eeuwige geluk dat dat met zich mee gaat brengen.

De Dwaasheid van Erasmus gaat in de Lof der Zotheid op een pakkende manier door en door met het delibereren van wijsheden. Het boek is een absolute aanrader. Daarbij leer je eindelijk die beroemde Erasmus eens kennen! Zijn Dwaasheid is nog steeds onder ons op alle gebieden in het leven. Voor de gelegenheid liet ik haar even los op het komende WK. Mocht je de bondscoach de komende tijd zien in de media (en hoe kun je hem ontlopen?!) bedenk dan: hij is het niet zelf, hij kan er niets aan doen. Het is Dwaasheid die via hem spreekt.

Je moet je leven veranderen!

Zijn vorm: geen plek aan hem die jou niet ziet
Zo doorgaan met je leven kun je niet.
Reiner Rilke

Een standbeeld spreekt een dichter aan in het Parijse Louvre. Het gebeurt in een van die mooie zalen met hoge plafonds, prachtige mozaïekvloeren en overal schitterende kunst. De dichter bekijkt een beeld dat plotseling tegen hem begint te praten. Nou ja praten, het geeft hem zelfs een opdracht, het zegt: “zo doorgaan met je leven kun je niet, Reiner”.

Hij denkt dat hij gek is geworden, maar dan bekijkt hij het kunstwerk nog eens nauwkeuriger. Het is goddelijk gemaakt. En hij kan het weten, want het is Reiner Rilke, al twee jaar particulier secretaris van de beroemdste beeldhouwer van zijn tijd: Auguste Rodin. Daarom snapt  hij dat over elke millimeter van dit stuk marmer is nagedacht, elke centimeter is bewerkt totdat…. het spreekt.

Archaische-torso

Hij kijkt naar de kleine gravure op het voetstuk. Daar staat de titel: archaïsche torso van Apollo. Aha, het stelt een god voor, denk hij. Dat is goed gelukt! De romp is perfect, maar zo is het toch niet af? Hij fantaseert de rest er makkelijk bij. Hij ziet een volmaakt hoofd voor zich met stralende ogen en een gave mond.

Dan snapt hij het opeens. Plots duikt een parallel op met zijn eigen leven. Hij kan makkelijk fantaseren hoe het leven perfect zou zijn, maar daar is hij nog lang niet. Er is nog ruimte. Het beeld spoort hem aan om dat te veranderen en zichzelf te verbeteren tot goddelijke perfectie. Rilke schreef een gedicht over deze haast metafysische ervaring in het Louvre: ‘de archaïsche torso van Apollo’.

Hij inspireerde hiermee op zijn beurt de beroemde Duitse filosoof Peter Sloterdijk voor de titel van zijn boek “Je moet je leven veranderen.” Deze is ontleend aan de slotregel van Rilke’s sonnet. Die luidt: ‘zo doorgaan met je leven kun je niet’. Sloterdijk noemt dit het bevel uit de steen.

Hij zegt: “als men alle leerstellingen van alle religies , alle sektes, alle meditatiehandleidingen, alle trainingsvoorschriften en diëten (…) zou verzamelen, dan zouden zij hetzelfde zeggen als dit beeld  – je moet je leven veranderen!”

Er is altijd ruimte tussen hoe het nu gaat en wat je in potentie zou kunnen bereiken. Dat geldt volgens Sloterdijk voor individuen, maar ook voor de complete mensheid. Kijk eens naar de huidige staat van de aarde (oorlogen, milieuvervuiling, armoede) en je kunt toch niet anders concluderen dan dat de mensen toch wel beter zouden moeten kunnen?

Hij is daarom streng voor de mensen die vinden dat ze wel goed bezig zijn. “… ook het succesvolste, creatiefste, ruimhartigste individu, moet toegeven dat, zodra het ernstig op de proef wordt gesteld, het minder is geworden dan het op grond van zijn kunnen-zijn had moeten worden.“

Een provocerende of inspirerende gedachte.

Provocerend omdat mensen denken: ik ben best tevreden hoe het nu gaat. Waar bemoei je je mee Sloterdijk? Ik heb eens iemand ontmoet die de boektitel las, een vies gezicht trok, en zei: “Ik MOET helemaal niets. Wat een walgelijk boek, ik ga het nooit lezen!”

Ik vind het een inspirerende gedachte, omdat het standbeeld wel een punt heeft. Het kan toch altijd beter? Ik kan beter en de mensheid ook. Hoewel het soms dodelijk vermoeiend is, houd ik daarom wel van het bevel uit de steen: je moet je leven veranderen!

Archaïsche torso van Apollo

Wij zagen nooit zijn ongekend gezicht,
De oogappels die daarin rijpten. Maar
Zijn torso gloeit nog als een kandelaar,
waarin zijn blik, met een getemperd licht,

nog glanzen blijft. Anders zou jou de boeg
der borstkas niet verblinden, en in ‘t zacht
draaien der lendenen was niet die lach
naar ‘t midden toe dat het geslachtsdeel droeg

Anders stond deze steen geknot, beschadigd,
in zijn doorschijnende schoudercascade,
en zou niet glinsteren als roofdierhuid,

en zou niet als een ster losbreken uit
zijn vorm: geen plek aan hem die jou niet ziet.
Zo doorgaan met je leven kun je niet.

(Vertaling: Peter Verstegen, Amsterdam 1998)

Les over zwarte en roze brillen

Toen mijn neefje laatst chagrijnig was, zei hij: “Laat me nu maar even, ik bekijk alles door een zwarte bril.” Ik keek verbaasd op. Het bleek dat hij op school gelukslessen had gehad, waarbij hij had geleerd dat je dingen door een roze en een zwarte bril kunt zien. Ik vind het een goeie vondst, want de bewustwording van je humeur leert kinderen om dingen in een perspectief te zien. Nu bekijk ik alles even met een zwarte bril, maar straks zet ik hem weer af en zie ik het misschien weer anders. En niet onbelangrijk om te leren: je mag heus een poosje chagrijnig zijn. Dat hoort er ook bij.

Afgelopen vrijdag opende de School of Life een vestiging in Amsterdam. Het is een initiatief van de Britse filosoof Alain de Botton. Hij vindt dat onze huidige scholen en universiteiten weinig tot geen aandacht besteden aan de dingen waar het eigenlijk om draait in ons leven. Waarom krijg je op de middelbare school louter lessen wiskunde, Frans en economie maar geen over vriendschap, liefdesverdriet of geluk? Terwijl het laatste veel belangrijker is in het leven van een mens. Om hier wat aan te doen opent De Botton over de hele wereld zijn eigen scholen waar deze onderwerpen met een filosofische knipoog op de agenda staan.

Een goed idee, maar hoe zou je dat kunnen doortrekken naar ons huidige schoolsysteem? Om bij het thema geluk te blijven zou ik Sonja Lyubomirsky hierbij betrekken. Deze Amerikaanse psychologe doet als een van de weinigen op deze wereld wetenschappelijk onderzoek naar geluk. Zij ontdekte dat je met veel moeite en vastberadenheid gelukkiger kan worden in je leven. Ze geeft in haar boek de Maakbaarheid van het Geluk talrijke praktische punten waar je je op kan richten. Ik zet ze om in een paar keuzevakken:

  1.  Het vak flexibelkunde. Hierin leer je net als mijn neefje om dingen vanuit verschillende perspectieven te zien en om te gaan met de wisselende omstandigheden. Alles verandert nu eenmaal in het leven. Je krijgt geheid te maken met sterfgevallen, pesterijen en pech (sorry zwarte bril). Maar wat zijn de beste methodes om hiermee om te gaan? In dit keuzevak bouwen we aan de flexibele veerkracht van onze leerlingen.
  2. Het vak vriendschapsleer. Vrienden zijn een van de grootste geluksfactoren van de mens. Want duurzamer dan menig geliefde, kun je een heel leven lang lief en leed met ze delen. Daarnaast weet iedereen hoe belangrijk een netwerk en een goede kruiwagen is. Waarom dan geen lessen op school waarin je leert hoe je je tot elkaar verhoudt, hoe je vrienden kunt maken en behouden?
  3. Het vak duidelijke doelen stellen. Wat wil jij eigenlijk bereiken in het leven? Hier vroeg aandacht aan besteden is belangrijk. Waarbij aangetekend dat het werken naar een doel vaak al meer geluk oplevert dan de uiteindelijke uitkomst. Op de middelbare school kreeg ik welgeteld één uurtje les van een decaan. Het resultaat? Twee mislukte studiekeuzes 😉

Begrijp me niet verkeerd. Ik denk dat veel bovengenoemde aspecten heus aan bod komen op onze scholen, maar indirect, tussen neus en lippen door of als het kalf allang verdronken is. Waarom niet expliciet, zodat onze kinderen weerbaar worden voor alles wat ze in het leven kunnen gaan meemaken? Of kijk ik nu teveel door een roze bril?

 

 

Wollen Sie einen Looping machen? Deel 2

(deel 1 gemist? Klik hier)

Vaak blijf je in je leven in je comfort zone. Soms raak je eruit. Zo ook nu: ondanks vliegangst ga ik toch in een zweefvliegtuig zitten. Maar dan draait de piloot zich naar me om en vraagt: “Wollen Sie einen Looping machen?”

Door mijn hoofd flitst het volgende: “Aaaah, horror!” Maar snel daarna: “Als ik nu een looping maak, durf ik daarna vast in elk normaal vliegtuig te stappen.” Tot mijn eigen verbazing zeg  ik: “Warum nicht?!” De piloot aarzelt niet en trekt aan de stuurknuppel. De neus van het vliegtuig gaat razendsnel omhoog. Ik kijk uit het raam en zie de wereld onder me wegglijden. We hangen ondersteboven! Voordat ik het echt besef, vliegen we alweer recht. Ik slaak een zucht van verlichting en veeg de zweetdruppels van mijn hoofd. Ik lach, maakte ik me hier nu druk om?

De piloot draait zich nog een keer om. Hij glimlacht als een James Bond-achtige schurk en gooit het stuur helemaal om. Het vliegtuig kantelt en we maken een duikvlucht naar beneden. “Was machen Sie jetzt?” schreeuw ik. Ik voel aan alles dat ik dood ga (terreur zone). De aarde komt vliegensvlug op ons af.

“Ik stort neer en ik ben maar 25”, schiet  het door mijn hoofd. Dan trekt de vliegenier het vliegtuig weer recht en we gaan rustig verder.  “Eikel,” mompel ik, terwijl een mengsel van angst en adrenaline door mijn lijf schiet. We landen. Mijn vrienden zijn enthousiaster dan ik: “Jemig, Jaap, dat zag er spectaculair uit!” Ik trek mijn shirtje recht en bedank de piloot. Ik zeg beschaamd: “Tja jongens, dat was nu een looping.” Over de duikvlucht heb ik het maar even niet.

Achteraf ben ik blij dat ik de cirkels van angst waar ik het de vorige keer over had eens een keer helemaal ben doorgegaan.  Van staan op de grond (comfortabel) naar opstijgen (stretch) naar looping (meer stretch) naar de onaangekondigde duikvlucht (terreur).

Toch was de laatste zone voor mij niet nodig geweest. Ik denk er nog steeds niet graag aan terug. De looping was een  stimulerende prikkel, maar die duikvlucht was teveel – net niet traumatiserend. Ik denk dat je in je leven moet proberen om regelmatig uit je comfort zone te komen om nieuwe grenzen te verkennen, maar dat je die terreur zone moet vermijden.

Wat heeft het zweefvluchtje opgeleverd?  In een vliegtuig zie ik niet meer een grafkist, maar steeds meer een handig vervoermiddel. Zolang hij maar recht blijft vliegen…